Ik ben in 1940 geboren in Utrecht in de wijk Tuindorp als oudste in een gezin van vijf kinderen. Ik kom uit een familie van zakenmensen. Hoewel mijn achternaam aan de firma C&A doet denken, zijn de Brenninkmeijers van deze grote textielfirma slechts hele verre familieleden. Mijn ouders waren gelovig katholiek, maar niet ouderwets, en ook wel kritisch tegenover autoritaire kerkelijke gezagsdragers. Toen ik, achttien jaar oud, aan mijn ouders vertelde dat ik priester wilde worden en zei dat ik in een parochie wilde werken, waarschuwde mijn vader mij dat ik geen pastoor mocht worden, die de baas speelde. Mijn vader volgde begin zestiger jaren de ontwikkelingen van het tweede Vaticaans concilie met instemming. Hij juichte de nieuwe openheid naar oecumene toe. Mijn moeder was als vrijwilliger sociaal erg actief. Dat heeft mij in mijn pastorale werk geïnspireerd. Helaas zijn mijn beide ouders jong gestorven. Wij, hun kinderen, hebben een positieve instelling meegekregen. Dat heeft ons geholpen om als broers en zussen de onderlinge band te behouden en tegenslagen te kunnen dragen. In de parochies waar ik als pastor gewerkt heb genoot ik van de inzet van veel vrijwilligers, ook bij de liturgie, de catechese, en de diaconie. Ik vond dat de kerk betekenis moet hebben in de maatschappij. Door de jaren heen voelde ik een groeiende honger naar spirituele verdieping. Zowel in mijn persoonlijk leven alsook in de maatschappij. Het verlangen om ooit iconen te leren schilderen ging in vervulling toen ik bij mijn 25-jarig priesterjubileum van de parochie waar ik toen werkte als cadeau een cursus icoon schilderen kreeg aangeboden. Dat was in 1990. Door het schilderen van iconen en door mij te verdiepen in de achtergrond ervan raakte ik thuis in een spirituele traditie die mijn leven ingrijpend heeft verrijkt. Ik meen dat de mens van nu behoefte heeft aan rustpunten, die een tegenwicht bieden tegen de dwang van prestatie en al te snelle consumptie en jacht naar genot. In vieringen van de byzantijnse liturgie vergeet ik de tijd. Heel de wereld wordt voor God gebracht. Maar van daar uit wordt met een milde liefde naar de wereld van vandaag gekeken. Dit heeft ook mijn voorgaan in de gewone westerse katholieke liturgie beïnvloed, zodat ik deze dieper kan doorleven. Pas vanuit een innerlijke en spirituele vernieuwing kan de maatschappij vernieuwd worden, door barmhartige en respectvolle omgang van mensen met elkaar.
Sinds 1 januari 2006 ben ik met emeritaat. Zolang het mij gegund is wil ik graag iets betekenen als priester voor de byzantijnse liturgie, bij het geven van lezingen, bij pastorale assistentie in de regio waar ik woon, en als schilder van iconen. Vanaf 2008 ben ik lid van de redactie van het tijdschrift ‘Pokrof ‘, voor oosterse kerken en culturen, een uitgave van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. Wij schrijven over iconen, bespreken boeken en geven verslag van belangrijke bijeenkomsten of ontmoetingen in ons eigen land en in Oost-Europa of het Midden-Oosten. Vanaf 2009 volg ik ieder jaar een cursus icoon schilderen bij Joris van Ael in België. Dit geeft mij elke keer een nieuwe stimulans om mij als iconenschilder verder te ontwikkelen.
Ik deel de zorg om de crisis en onrust in de wereld van vandaag. Daarbij vergrijst de kerk in onze contreien en lijkt ze verder af te kalven. Het blijft voor de kerk als geheel en voor ieder kerklid afzonderlijk een geweldige uitdaging om het evangelie van Jezus Christus gestalte te geven in een veranderende wereld. Het evangelie is een blijde boodschap voor iedere mens. Bij het geven van lezingen over iconen voor een breed en gemengd publiek treft het mij hoe mensen van vandaag open kunnen staan voor de schoonheid van het christelijk geloof. De vreugde hierover blijft voor mij intens en geeft hoop. Het christelijk geloof blijft een vuur dat in oude sintels steeds weer op kan laaien. Wanneer er veel dat dierbaar en vertrouwd was verdwijnt, ontstaat er onverwacht weer een nieuw begin.