Geschiedenis

De Byzantijnse kerken gaan terug tot keizer Constantijn. In 311 verklaarde hij het Christendom tot bevoorrechtte godsdienst. Hij verplaatste de hoofdstad van het Romeinse Rijk van Rome  naar Byzantium ( Constantinopel ), het huidige Istanbul. In en rond die stad zijn de belangrijkste Concilies gehouden die de geloofsleer van de christelijke kerk hebben gedefinieerd. In Syrië scheiden zich in de vijfde eeuw christelijke kerken van de Byzantijnse kerk af. De Islam ontstond en verspreidde zich snel. In de achtste eeuw woedde er een hevige iconenstrijd ( iconoclasme ). Vanaf de negende en tiende eeuw is de Balkan en Rusland gekerstend.  In 1054 kwam het tot het grote schisma tussen de Westerse en de Oosterse Kerk. In 1204 is Constantinopel veroverd door de kruisvaarders die er vreselijke hebben huisgehouden. In 1453 werd Constantinopel veroverd door de Islamitische Turken.  Dit is het einde van een roemrijk keizerrijk met een schitterende cultuur.  Sindsdien is de Byzantijnse kerk vaak overheerst en verdrukt. Op de Balkan en in Griekenland door de Turken. Mede door de invloed van de Poolse, Litouwse en Habsburgse vorsten hebben in de 16e en 17e eeuw Orthodoxe bisdommen in Oekraïne, Wit-Rusland, Oost-Polen en Slowakije zich met de kerk van Rome verenigd. Rusland is aangevallen door Tartaren, en in de daarop volgende eeuwen door Poolse en Zweedse legers, door Napoleon en in de 20e eeuw door de Nazi’s. De Russisch Orthodoxe Kerk leed van 1917 tot 1989 door  het atheïstische Communisme. Sinds 1989 is er weer vrijheid voor de kerk in de voorheen communistische landen. De patriarch van Constantinopel ( Bartolomeüs )  is de voornaamste bisschop van de Orthodoxen, maar ook de patriarch van Moskou (Kirill) eist hoge rechten op.